Overeenkomst tussen het kerkbestuur Nunhem en rector Gijsbertus Hillen (1827)

(Nunhem, 1 februari 1827)

Op heden de eerste february 1800 zevenentwintig hebben wij Burgemeester en assesoren der gemeente Nunhem als mede de leden van het Kerkbestuur, en eenige der notabelste inwoonders dezer gemeente Nunhem van de eenen kant en de eerwaarde Hillen Gysbertus van de andere kant een akkoord - met konsens van den eerwaarde heer pastoor van Haelen en onder zijne goedkeuring - aangegaan als volgt:

1) den eerwaardigen heer Hillen zal de vrije wooning hebben van het pastoreel huis van Nunhem als ook het gebruik van den hof en boomgaard daar aan hoorende gelegen bij de kerkhof van Nunhem.
2) hij zal tot zijn gebruik en gerief hebben het boschken slaghout gelegen aan de molen van Sinte Elisabeth.
3) de bovengenoemde gemeentenaren van Nunhem verbinden zich jaarlijksch uit te betalen aan gezijden heer Hillen - zo lang hij de hulpkapel van Nunhem zal bedienen -, hondert eenenveertig guldens Neerlands; daaronder begrepen de twee en zestig guldens zes en vijftig centen voorts komende uit de testamentaire dispositie van wijlen Mijnheer Karel Joseph Waegemans in data den 3 9ber 1821. (voor de kantlijn staat: franken 132 en 40 centiems)
4) de bovengenoemde gemeentenaren verpligten zig jaarlijks te zullen houden eene kollekte van boter om te verzamelen het geen de inwoonders zullen believen te geven.

Voor dit al verpligt zich de eerw. heer Hillen van sijnen kant de pastoreele bedieningen in de kerk van Nunhem uit te oefenen voor zoo veele hem zijn geestelijke overheijd den hoogweerdigste heer vikaris generaal van het bisdom Luyk zal voorschrijven.

Edoch omdat den heer Hillen tegelijkertijd kapellaan is van Haelen, zoo zullen de inwoonders van Nunhem te raden zijn dat hij van palmzondag tot beloken paesschen, beijde ingesloten, in de kerk van Haelen gaat biecht hooren zoo nogtans dat hij alsdan ook kan biecht hooren in de kerk van Nunhem op den tijd dat hem den eerw. heer pastor van Haelen niet verzoekt van na Haelen te komen. Ook dat hij op de vigilie-dagen der vier hoogste feestdagen van het jaar en die der eerste en laatste Lieve Vrouw naar de middag en op die feestdagen 's morgens in de kerk van Haelen zal biecht horen.

Verder inval den eerw. heer pastor van Haelen door krankheijd of voor eenige dagen afwezig zijnde zijn herderlijke bediening niet kan uitoefenen, zal gezeijden heer Hillen in de pastorije van Haelen verpligt zijn te vernachten bij aldien den eerw heer pastor hem hier toe aanzoekt. Eindelijk zoo den eerweerdigen heer paster van Haelen om bovengemelde redens den cathechismus zondags naar den middag en in de veertig dagschen vasten niet zou kunnen houden, zoo zal den eerweerdigen heer Hillen dese zelven in de kerk van Haelen houden en de kinderen van Nunhem zullen er natoe komen. Voor het overige zal gezijden heer Hillen zijne functien als kapellaan van Haelen verrigten met die van bedienaar der hulp kerke van Nunhem.

Dit akkoord is eerstelijk voor een jaar ingegaan. Echter zal het zelve met algemeene overeenkomst en met toestemming van hunne geestelijke overheijd verlengt of gemodificeert kunnen worden.
Aldus gedaan in dubbel te Nunhem. op dag maand en jaar als vooren.
H. Claessens asseser; W. Van Herten asseser; J. Verheggen burgemeester; G. Hillen capellaen.


[dan volgt in het handschrift van H.J.F.Vandijck rector ecclesiae succursalis de Haelen met de volgende toevoeging van 1 maart 1827]

Om alle verdere moeijelijkheden tusschen de beijde gemeentens Haelen en Nunhem te voorkoomen, zullen de inwoonders van Nunhem tevreden zijn, dat den heer Hillen, kapellaan van Haelen volgens zijne verpligting in Haelen, de misse leest in de kerk van Haelen volgens gestelde ueren op de hiernaegenoemde dagen te weeten: op asch-woensdag, op allerzielendag, en op de twee leste kerstmisdagen, zijnde 27 en 28 december en dit om die reden dat op deeze dagen, als zij niet vallen op zondagen, niet toegelaten word twee missen te lezen.

Approbans hunc contractum consentio in hunc modum, ut Rdus Dnus Ghijsbertus Hillen peragat munera pastoralia praeter matrimonialia et sepulturas: sepulturae tamen fient in caemiterio ecclesiae de Nunhem per intrascriptum vel per vicarium suum specialiter delegandum. Jura stolae solventur juxta antiquam consuetudinem. In eijus fidem propria manu subsignavi, Nunhem hac prima martii 1827. H.J.F.Vandijck, rector ecclesiae succursalis de Haelen. (GAR IV Gemeente Nunhem - afkomstig uit het Wagemans-archief)