Nunhemse gebruiken bij een trouwpartij: Aartje lopen opgetekend op 22 juni 1874 door Joannes Jeuken

Wanneer er te Nunhem een paar in het huwelijksbootje is getreden, dan brengen de jongelieden het paar des avonds eene eigenaardige serenade. De aanvoerder begint met een klaaglied aan te heffen over de slechte tijden en smeekt de gehuwden zich over "Aartjes kinderen" te ontfermen, daar zij niets meer te eten hebben dan aardappel-stroo, zavel, enz. De kinderen, d.i. de omstanders huilen en kermen dan. Nu geeft de bruidegom bevel, dat aan elk van Aartjes kinderen eene boterham met een glas bier worde gegeven. Tegenwoordig hebben echter Aartjes kinderen meer dorst dan honger, zoodat hun de bruidegom geld geeft, opdat zij in de naburige herberg hun dorst kunnen lessen.

[Bron: Joannes Jeuken (1851-1908) in: H.Welters, Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in Limburg. (1877), p.71]